Compost: hoe kun je dat eenvoudig zelf maken?

Zelf compost maken

Compost is de ideale voeding voor planten in je tuin. Het is luchtig, houdt veel vocht vast, is goed voor het bodemleven en geeft een mooie structuur aan de bodem, waardoor voedingsstoffen niet wegspoelen. Compost is een donkerbruin rul product dat bestaat uit plantaardige en/of dierlijke resten die door micro-organismen (voornamelijk bacteriën) bijna tot humus zijn afgebroken. De voedingsstoffen uit dit organische restmateriaal zijn zo weer beschikbaar gemaakt voor nieuwe planten. Je kunt compost natuurlijk bij het tuincentrum kopen, maar het is ook heel simpel om zelf te maken. Alles wat je nodig hebt is wat ruimte in de tuin, een hoop organisch materiaal en wat tijd.

Wat kan er allemaal op de composthoop?

Alle organische materialen kunnen in principe gecomposteerd worden, dus alles wat afkomstig is van planten, dieren of schimmels. Het grootste deel van je composthoop zal bestaan uit vers plantaardig materiaal uit je tuin: onkruid, uitgebloeide bloemen, grasmaaisel, stro, herfstbladeren, gesnoeide takken, oogstresten, etc. Daarnaast zal er het een en ander aan restjes uit de keuken op gaan: oud brood, bedorven groente en fruit, schillen en restjes van maaltijden.

Als je twijfelt of iets op de composthoop mag dan is het handig om simpelweg je eigen gezonde verstand te gebruiken. De volgende tips helpen je daarbij:

  • Sommige materialen, zoals schillen van citrusvruchten, eierschalen, takken, veren en dergelijke hebben meer tijd nodig om te composteren, dus die zul je in de verder rijpe compost terugvinden. Gooi ze dan gewoon op de nieuwe composthoop, zodat ze nog een ronde mee kunnen. Het helpt ook om ze in kleine stukjes op de composthoop te gooien, want dan composteren ze sneller.
  • Bij gekookt voedsel is het belangrijk om ervoor te zorgen dat het niet te vochtig blijft en er genoeg lucht bij komt. Vaak zit hier ook veel zout en vet in, wat ongedierte kan aantrekken. Niet te veel tegelijk en goed mengen met andere materialen dus.
  • Zieke en ziektegevoelige planten, zoals aardappels kunnen er ook gewoon op. De meeste plantenziekten zijn schimmels en die gaan dood als de plant waarop hij parasiteert ook doodgaat, zoals op de composthoop. Hun sporen verspreiden zich via de lucht, niet via de grond. Op de composthoop kunnen ze dus helemaal geen kwaad.
  • Ook giftige planten, zoals rabarberbladeren, kunnen gewoon op de composthoop. Dat iets voor ons giftig is, betekent namelijk niet dat het voor alle organismen giftig is. Wormen, schimmels en bacteriën weten daar prima raad mee. Zonde om niet te gebruiken.
  • Bij onkruid is het handig om te kijken of er veel zaden aan zitten. Af en toe een plantje met zaden kan echt geen kwaad, maar als je compost veel onkruidzaden bevat, moet je waarschijnlijk wieden op de plekken waar je de compost gebruikt. Het voordeel van het gebruiken van compost is dat de grond er heel los van wordt, waardoor je de opgekomen onkruiden er heel makkelijk weer uit trekt. Compost waar veel onkruidzaden in zitten kun je trouwens nog wat langer laten rijpen. De onkruidzaden kiemen dan al op de composthoop. Als je deze vervolgens omschept, gaan die jonge plantjes dood en worden gelijk gecomposteerd. Daarna heb je alsnog onkruidvrije compost om op je tuin te gebruiken.
  • Vlees en andere dierlijke resten kunnen wel gecomposteerd worden, maar hebben voor een langere periode een hoge temperatuur nodig om ervoor te zorgen dat alle ziektekiemen doodgaan. Dit is een stuk bewerkelijker en dus af te raden als je nog niet veel ervaring hebt met composteren. Dat geldt ook voor de uitwerpselen van honden en katten. En ook hierbij is het belangrijk om er niet te veel van op de composthoop te doen en het goed te mengen met andere materialen. Bovendien zou de geur van vlees ratten kunnen aantrekken. Waarschijnlijk is het de warmte die in een composthoop ontstaat in combinatie met de geur die ratten aan kan trekken. Om je composthoop rattenvrij te houden, kun je zowel de bodem als de zijkanten voorzien van een laag gaas met mazen van maximaal 1 cm en een deksel van gaas.

Waar kun je het beste compost in maken?

De simpelste manier is om plantenresten en keukenafval gewoon op een hoop te gooien en een tijd te laten liggen, het is net nog handiger om compost te maken in een compostbak. Dat maakt het wat compacter en overzichtelijker dan op een losse hoop.

Als je voor een compostbak kiest, let er dan op dat de bak (deels) een open bodem heeft, zodat het bodemleven er in kan komen. Je kunt de compostbak op stoeptegels zetten, zodat je het makkelijk weg kunt scheppen. Een verwijderbare voorkant maakt het leegscheppen van de bak ook makkelijker. Een deksel op de bak zorgt ervoor dat er niet te veel regenwater in de bak komt. Gaten aan de zijkant zorgen ervoor dat er wel voldoende lucht bij de compost kan komen.

In een kleine tuin heb je minder materiaal om te composteren dan in een grote tuin. Kies in dat geval een kleine compostbak, want in een kleine volle bak gaat de temperatuur makkelijker omhoog dan in een halfvolle grote bak. Bij veel kleine modellen kun je onderaan de rijpe compost eruit scheppen. In een grote tuin is het fijner om een paar grotere bakken naast elkaar te hebben staan, zodat je aan een nieuwe hoop kunt beginnen, terwijl de eerste rustig kan rijpen.

Bekijk deze handige compostbak:

Compostbakken

Compostbakken

 

Water en lucht in je composthoop

De micro-organismen die voor het composteren zorgen (voornamelijk bacteriën), hebben zuurstof en water nodig om te leven en hun werk goed te kunnen doen. Het is dus belangrijk dat er genoeg lucht en vocht in je composthoop zit. Let op: te veel is niet goed!

In een te vochtige composthoop zijn alle gaatjes en kiertjes gevuld met water en is er geen ruimte meer over voor lucht. Een teveel aan sappig materiaal kan ervoor zorgen dat de hoop te vochtig wordt. De composthoop kan dan erg gaan stinken. Zorg daarom voor genoeg droog materiaal om het overtollige vocht op te nemen. In een te luchtige composthoop verdampt juist weer te veel vocht, waardoor de hoop te droog wordt. Als je veel droge materialen toevoegt of de composthoop om een andere reden erg droog is, geef hem dan eens water met een gieter of laat de deksel eraf tijdens een regenbui.

Warm of koud composteren?

Als de micro-organismen het goed naar hun zin hebben en hun werk goed kunnen doen, zal de composthoop warm worden. Het is dus handig om de temperatuur van je composthoop een beetje in de gaten te houden, want daaraan kun je zien of alles goed gaat in je composthoop. Hiervoor zijn speciale compostthermometers te koop. Een temperatuur tussen de 55 en 70 graden Celsius is ideaal. Let op dat de temperatuur niet veel hoger dan dat wordt, want dan gaan de meeste micro-organismen juist dood.

De temperatuur van een composthoop is voor een groot deel afhankelijk van de materialen die je erop gooit. Deze worden namelijk door de bacteriën in je composthoop gebruikt als voeding. Sommige materialen bevatten veel koolstof, andere juist veel stikstof. Koolstof geeft ze energie en stikstof hebben ze nodig om zich te kunnen vermenigvuldigen. Voeg daarom zowel koolstof- als stikstofrijke materialen toe. 

De temperatuur in een composthoop is ook afhankelijk van het volume van de composthoop. Hoe groter de composthoop, hoe hoger de temperatuur in het midden kan oplopen. De warmte kan dan namelijk niet makkelijk weg en loopt. Is de composthoop nog niet warm? Dan kan het helpen om de materialen wat meer op een hoop te leggen. Als je de materialen juist wat meer uitspreid, gaat de temperatuur omlaag.

Een koude composthoop levert overigens ook prima compost op. In dat geval wordt het composteren voornamelijk uitgevoerd door schimmels, wormen, duizendpoten en andere kleine beestjes. Het duurt op die manier alleen wel veel langer voordat je compost klaar is.

Wissel bruine en groene materialen af

Groene en bruine materialen

Om goede compost te krijgen is het belangrijk dat de verhouding tussen verschillende materialen goed is. Over het algemeen zijn bruine materialen droog en koolstofrijk en zijn groene materialen sappig en stikstofrijk. Na een laag bruin materiaal doe je dus een laag groen in de compostbak en daarna weer een laag bruin, enzovoorts. Overigens bevatten niet per definitie alle bruine materialen veel koolstof en materialen met veel stikstof kunnen bijna alle kleuren van de regenboog hebben. 

Bruine materialen op de composthoop

Koolstofrijke materialen zijn vaak houtig, droog en vezelig. Ze zorgen ervoor dat de compost niet te vochtig wordt en lekker luchtig blijft. Daar houden de micro-organismen die het zware werk voor je doen van. Is je composthoop te vochtig of te warm? Meng er dan wat meer bruine materialen door.

  • Herfstbladeren
  • Houtsnippers, zaagsel, dunne takjes (van onbehandeld hout)
  • Stro
  • Papier en karton
  • Houtas (van onbehandeld hout en niet teveel)
  • Grond (niet teveel)

Groene materialen op de composthoop

Stikstofrijke materialen zijn zacht, sappig en niet al te vezelig. Ze zorgen ervoor dat de micro-organismen in de composthoop zich razendsnel kunnen vermenigvuldigen en dus veel sneller kunnen werken. Hierbij komt veel warmte vrij, wat het hele proces versnelt en ziektekiemen doodt. Is je composthoop te koud of te droog? Meng er dan wat groene materialen door.

  • Etensresten en snijafval uit de keuken
  • Plantenresten (oogstresten, onkruid e.d.)
  • Grasmaaisel en hooi (niet teveel tegelijk)
  • Verse bladeren
  • Koffiedik en thee(zakjes)
  • Mest (van koeien, paarden, kippen, konijnen, etc.)
  • Andere dierlijke materialen (haren, botten, nagels, veren, etc.)

Wanneer is de compost klaar?

Op een gegeven moment is je compostbak vol. Gelukkig slinkt het meeste materiaal erg snel en kun je dus nog een aantal weken nieuw materiaal toevoegen. Daarna is het tijd om een nieuwe composthoop te beginnen en de oude te laten rijpen. Na een paar maanden kun je je rijpende composthoop keren, zodat er weer genoeg lucht in de hoop komt en alle materialen goed gemengd worden. De handigste manier hiervoor is om naast je compostbak nog een lege compostbak te hebben en de hoop daarin over te hevelen. Alles wat bovenop lag, ligt dan ineens onderop en andersom. Probeer grote klonten in kleinere stukjes te breken, want dan kan het beter composteren.

Laat de hoop na het keren nog een aantal maanden narijpen. Door de hogere omgevingstemperatuur zal je compost in de zomer minder tijd nodig hebben om te rijpen dan in de winter. Je zult merken dat de temperatuur in de composthoop langzaam naar beneden gaat en er steeds meer andere beestjes in komen wonen, zoals regenwormen en duizendpoten. Uiteindelijk hou je donkerbruine, rulle compost over, zonder al te veel herkenbare materialen. Je compost is nu klaar is voor gebruik!

Rijpe compost is rul en donkerbruin van kleur

Hoe gebruik je compost in de tuin?

Je kunt compost het hele jaar door gebruiken om de bodem rond je planten te voeden. Geef eens per jaar een flinke laag of steeds kleine beetjes. Het voordeel van compost is dat de voedingsstoffen langzaam vrijgegeven worden door het bodemleven (schimmels, bacteriën, wormen en andere kleine beestjes). Het raakt dus niet snel op.

De compost kun je gewoon als mulchlaag op de grond leggen. Hoe minder je de grond bewerkt, hoe minder je het bodemleven beschadigt. Het bodemleven kan de compost prima zelf de grond inwerken. Dat hoef je niet voor ze te doen. Dat scheelt weer een hoop werk!

Je hoort soms dat compost te scherp en dat je zaailingen daardoor kunnen verbranden. Dit is alleen zo bij compost die nog niet helemaal rijp is. In goed rijpe compost kun je direct zaaien of planten. Gezeefde compost gemengd met wat zand kan je zelfs prima gebruiken als alternatief voor zaai- of potgrond uit de winkel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *